WEBLOG - BERICHT

Bets Stevens Kruisbergen 1940 - 2019
GEPLAATST: 12-6-2019




Wanneer ben je familie van elkaar?


Bets leerde ik kennen toen ik veertien was. Een paar jaar eerder waren mijn ouders uit elkaar gegaan, gescheiden, en ik ging als een pingpongbal heen en weer tussen twee huizen, een lastige puber. Officieel hoorde ik bij mijn moeder. Mijn vader had Bets leren kennen op zijn werk, bij Unilever, waar hij bij de reclamepoot zat, Lintas, en zij bij de marketingdochter, Producto. Twee verdwenen namen. In 1969 nam mijn vader Bets mee naar huis en in 1970 trouwden ze. Ze scheelden zestien jaar, een getal dat nog terug zal komen. Ze waren 33 jaar gelukkig met elkaar.


Bets zat op haar dertigste vast niet te wachten op een moeilijke tiener (mijn oudere broer was al volwassen) die ook wel een beetje genoeg had van wat er allemaal bij zijn ouders thuis gebeurde. Daarnaast was ik spectaculair slecht opgevoed, wat ook lag aan mijn eigen koppigheid en zelfoverschatting. Bets had van nature een afkeer van dramatisch gedrag. Er kon niet direct worden gesproken van het begin van een mooie vriendschap.


humor

Toch was Bets in die moeilijke jaren zo’n beetje de enige die geen fouten maakte en voor mij een plek van rust vormde terwijl ik mijn weg vond naar volwassenheid. Als ik terugkijk, kwam er opeens een tijd dat ik op zaterdagmiddag geregeld bij mijn vader en Bets langsfietste vanuit Delfshaven, en zij en ik ons vermaakten met het lezen van de kennismakingsadvertenties in NRC die toentertijd makkelijk een halve pagina besloegen, want online bestond toen nog niet.


Bets had een fijn gevoel voor humor, vilein maar vrij van kwaadaardigheid. Daarmee heeft ze een flinke invloed gehad op de manier hoe ik tegen de wereld aankijk en uiteindelijk heeft dat ook iets gedaan met hoe ik schrijf, al blijf ik sceptisch over het hele begrip ‘invloed’. Je wordt uiteindelijk toch wie je moest worden op basis van je aanleg.

Kralingen
Bets omschreef zichzelf graag als ‘Betsie uit Wadenoijen’, het dorpje aan de Linge dat later bij Tiel werd gevoegd. Een eenvoudig meisje uit de provincie. Ondertussen werd ze in de jaren tachtig een succesvolle zakenvrouw in de grote stad toen ze met Ton Lauwaars in Kralingen een makelaardij onder Tons naam begon, eerst vanuit zijn prachtige tochtige villa aan het Wagnerhof, later aan de Mecklenburglaan tegenover het Libanon lyceum.

Ton en Bets waren in de jaren tachtig en negentig toonaangevende makelaars in Kralingen en elders in Rotterdam omdat het zulke sympathieke en bescheiden mensen waren. Een huis verkopen is een intieme transactie, soms ontluisterend, en zij gingen daar goed mee om. Na verloop van tijd kenden ze veel huizen in Kralingen, Blijdorp en Hillegersberg van binnen.

Wanneer ik aan een nieuwe roman begon, besprak ik met Bets altijd de behuizing van mijn personages. We kozen als het ware een huis voor mijn verbeelding. Twee jaar later zag ze dan wat er van was terechtgekomen. In het laatste berichtje dat ze me schreef (ze had geen adem meer om te praten) moedigde ze me aan met het werk aan mijn nieuwe roman, die ze nooit meer zou lezen.

Stiefmoeder
Grote kans, als je tegen een kind het woord ‘stiefmoeder’ zegt dat het een nijdige vrouw in het zwart voor zich ziet, dankzij de Disney-sprookjes. Bets had geen automatische interesse voor kleine kinderen. Ze wilde geen kinderen (ze was blij met twee nichtjes in Tiel) en mijn vader had er ook zijn bekomst van. Voor mij bleef er altijd onzekerheid omdat ik bij Bets niet kon rekenen op het soort instinctieve begrip dat er is wanneer je elkaar vanaf de wieg kent. Wanneer ben je familie van elkaar? Bloedverwantschap is ook een soort samenzwering. Je weet waar het vandaan komt.

Het is een mooie theorie die alleen vergeet dat de meeste narigheid waar we later last van krijgen ook uit die samenzwering komt. Het was Bets’ bijzondere verdienste dat zij daar niet aan heeft bijgedragen. Ze wilde ook nooit de titel ‘stiefmoeder’ dragen en wachtte ook rustig tot mijn dochter tiener was. In weerwil daarvan is niemand zo genereus voor mij geweest als Bets.

stug roken
Ze had via haar werk een enorm netwerk en die mensen wisten allemaal dat ik romans schrijf, soms ook omdat Bets hun een van mijn boeken had gegeven, vers uit de winkel. Toen ik een jaar was uitgeschakeld door een hartoperatie met een lange nasleep gaf ze mij genoeg om het die tijd uit te zingen, en maakte er geen woord vuil aan. Over geld praatte je niet. Zonder haar had ik niet kunnen blijven wonen waar ik woonde om weer kracht te verzamelen en verder te gaan.

Tegen de tijd dat ik weer aan het werk was, werd Bets ziek. De rekening van een leven lang stug roken was op de mat gevallen. Ze gaven haar nog een jaar, waarvan ze de helft niet heeft volgemaakt, ook omdat ze in alle waardigheid wilde gaan. Met de moed die haar eigen was, bedankte ze voor ingrijpende behandeling. Ze was bijna tachtig, ze mocht niet klagen. Ze was zestien jaar jonger dan mijn vader en stierf zestien jaar later, op dezelfde leeftijd. Ik prijs me gelukkig dat ik haar ruim voordien (geen drama aan het einde!) had verteld hoeveel ik aan haar had te danken. Dat vond ze niet makkelijk en zo blijft het raadsel van wat wij van elkaar waren voor altijd intact. En dat is goed zo.


6 december 2019