WEBLOG - BERICHT

Een opgerekte oudheid
GEPLAATST: 20-11-2021

David Rijser lost een schot uit het alles-moet-anderskanon

Een van de redenen waarom ik na mijn studie klassieke talen nooit voor de klas heb gestaan, is dat de toekomst van het vak zo onzeker leek in de jaren tachtig van de vorige eeuw. In de politiek werd gediscussieerd over de opheffing van het gymnasium, het was een wereldvreemd instituut dat overgeleverde machtsstructuren in stand hield. Het zou een stap in de richting van gelijke kansen zijn als het gymnasium wegsmolt in het VWO en leerlingen werden opgeleid voor de wereld van nu. Dat was veertig jaar geleden.

De ironie wil dat het gymnasium sedertdien een grote vlucht heeft genomen. Er zijn meer gymnasiasten dan ooit tevoren. In Amsterdam zijn er nu vijf gymnasia en er moet nog steeds geloot worden. Het Leidse Stedelijk, waar mijn dochter schoolgaat, heeft een tweede vestiging moeten laten bouwen voor zijn bijna duizend leerlingen. Toch werd er onlangs weer een nieuw salvo gelost uit het alles-moet-anderskanon, met een pleidooi van classicus David Rijser voor uitbreiding van de lesinhoud van Grieks en Latijn, een 'opgerekte oudheid' waarin de Middeleeuwen ook meetellen en ook wordt gekeken naar Noord-Afrika en Klein-Azië (ooit deel van het Romeinse rijk), zodat leerlingen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond zich ook aangesproken zouden voelen.

Slavernij

En passant laat Rijser vallen dat de Grieken en Romeinen slaven hielden, dus waarom zouden we die culturen als voorbeeld nemen? Het is maar hoe je slavernij definieert. Wij laten onze kleren en telefoons onder inhumane omstandigheden in elkaar zetten, en aan de kostbare metalen in onze apparatuur kleeft ook bloed. Het gebeurt alleen zo ver weg dat het ons niet kan schelen, want slavernij, dat gebeurde vroeger. Wij hebben de vrije markt.

Pijnlijk is ook Rijsers aanname dat wij Grieks of Latijn zouden bestuderen omdat we aan die culturen een voorbeeld zouden nemen. Studeerde Maarten 't Hart biologie omdat hij een stekelbaars wilde worden? Het eerste wat een goede leraar Grieks of Latijn op het bord schrijft wanneer hij over Plato begint, is 'Don't try this at home.' Het is een andere wereld. Ja, ik heb een docent gehad die zich soms een beetje liet gaan en zijn aanwijsstok door het lokaal slingerde om te laten zien hoe een Romeins soldaat zijn speer wierp.

Kampioen verkeerd citeren

Er zijn ook hele volksstammen die de slag bij Waterloo proberen na te spelen in uniformen die alleen een paar maatjes groter zijn voor onze moderne lichaamsomvang. Niemand neemt dat serieus. Het is interessanter om te kijken op welke manieren de Grieken en Romeinen anders zijn dan wij. Dat wisten we al een tijdje. Van de bewonderende, annexerende benadering van de klassieke oudheid is al rond de Tweede Wereldoorlog afscheid genomen, en alleen types als Boris Johnson (kampioen verkeerd citeren) weten dat nog niet.

In een treurige postmoderne mix van cynisme en naïviteit schildert Rijser de humanisten, en in hun verlengde de antieke auteurs af als 'media-adviseurs van de machthebbers.' Pluimstrijkers. Toch zijn de meeste teksten die wij nog hebben een kritische reflectie op Griekenland en Rome. Denk aan al die keren dat er in de Ilias een held dood ter aarde stort in volle wapenrusting. Natuurlijk kun je Homerus mislezen en er een verheerlijking in zien van de riddertijd, maar Homerus, het oudste boek dat wij hebben, uitte al kritiek op de wereld van geweld en macht die hij bezong. En de tragediedichters gingen daar nog verder in.

Incusiviteit

Met zijn pleidooi voor inclusiviteit fietst Rijser heen om de twee werkelijke problemen van het gymnasium. Het schooltype is erg in trek geraakt bij professionals die als het maar even kan hun kinderen naar het dichtstbijzijnde categorale gym sturen, omdat ze dat onderwijs associëren met status. Ironisch genoeg maakt juist de vermeende exclusiviteit en de aura van 'eliteschool' nu de aantrekkingskracht zo groot.

Wanneer ik langs mijn neus weg informeer bij ouders waarom ze zo graag hun kinderen naar het gymnasium willen sturen, krijg ik vaak het antwoord 'voor de cultuur.' Ook als die ouders geen boek in huis hebben en nooit eens iets van Beethoven opzetten. Dan krijg je dus brugklassers die almaar zeuren waarom ze toch Grieks en Latijn krijgen. En dat valt ook niet uit te leggen. Zeker niet door die ouders.

Beloning

Het andere probleem is dat het aantal uren voor Grieks en Latijn sinds 1970 ruimschoots is gehalveerd, zodat een goede leerling aan het eind van de rit, als volwassen man of vrouw, nog nauwelijks voor zichzelf een gedicht van Horatius of tien regels van Homerus zou kunnen lezen, mocht hij of zij daar eens zin in hebben. En dan mag er van mij een vertaling naast liggen. Zo heeft een leerling zes jaar gezwoegd zonder ooit de beloning te kunnen innen.

Ik heb een rij met leer- en oefenboeken Grieks en Latijn van begin tot eind twintigste eeuw op de plank staan, gewoon omdat ik al sinds mijn vijftiende De Slegte bezoek. Het is ontzagwekkend hoeveel kilometers gymnasiasten tot in de jaren zeventig maakten, je ziet het in die boekjes. Nu hebben zesdeklassers bij elkaar net een paar pagina's gelezen, en nooit op zo'n niveau dat ze ervan kunnen genieten. Het is alsof je jaren rijles hebt gedaan en ten slotte mag je alleen naar de auto voor de deur kijken. Niet rijden.

Ik zou er helemaal voor zijn dat gymnasiasten ook in staat worden gesteld om wat in Dante's La divina commedia te lezen, de mooiste tekst uit de Middeleeuwen. Zo moeilijk is dat niet, als je goed Latijn kent. En daar zit hem nu het probleem, en Rijsers voorstel om het programma verder te verwateren zou dit alleen maar verergeren. Het gymnasium moet niet meer doen, maar beter.

November 2021